Trixie blouse tutorial

Fijn dat je aan de slag gaat met ons patroon Trixie!

Even veelzijdig als vrolijk, Trixie is een echte must-have voor je garderobe! De overslag voegt een mooi detail toe aan deze bloes en creëert tegelijkertijd een elegante V-hals. Trixie bevat drie verschillende mouwopties: een rechte mouw, korte aangesneden mouw en modieuze fronsmouw. Zo kan je de bloes perfect afstemmen op het seizoen en haar helemaal naar je zin maken! De tailleband die erbij zit kan je als beleg of boord gebruiken, of maak Trixie als een echte overslagbloes met de toffe linten!

We wensen je veel naaiplezier met je nieuwe bloes!

Verstevig de halsuitsnijding van het voorpand met een strook tussenvoering van 2 cm breed, op de averechtse kant van de stof. Strijk 2 cm van de halsuitsnijding naar de averechtse kant. Strijk vervolgens de helft van deze waarde nog eens naar de binnenkant. Stik vast net naast de rand en strijk mooi plat.

Plooi één lange zijde van de rugbiais 1 cm om naar de averechtse kant en strijk plat. Plooi nu de andere lange zijde hierover zodat je een lang lintje van ca. 1 cm breed krijgt en strijk plat. Plooi de rugbias terug open en speld vast aan de halsuitsnijding van het rugpand, goede kanten op elkaar, en stik op 1 cm naadwaarde (in één van de voorgestreken plooien). Komt je biais voorbij de schoudernaad, dan is hij waarschijnlijk een beetje uitgerekt bij het strijken. Knip de overtollige stof weg.

Strijk de naadwaarde in de richting van de biais en stik vast net naast je stiksel, door alle lagen heen.

Knip de naadwaarde voorzichtig bij.

Speld de schoudernaden van de voorpanden op het rugpand, goede kanten van de stof op elkaar. Plooi vervolgens het uiteinde van de biais over de schoudernaad, zorg dat de voorgestreken waarde terug op zijn plaats zit. Stik de schoudernaad vast door alle lagen heen en overlock de naden samen of werk af met een zigzagsteek.

Plooi de biais nu naar de binnenkant van het rugpand en stik vast net naast de open rand. Strijk de schoudernaden in de richting van het rugpand.

Leg het voorpand op het rugpand, goede kanten van de stof op elkaar en stik de zijnaden.

Knip de rondingen van de armsgaten in zodat de stof minder trekt. Werk de naden samen af met een overlock of zigzagsteek. Strijk de naden in de richting van het voorpand.


Afwerking met de tailleband (versie 1):

Bij deze afwerking kan je kiezen om de boord zichtbaar te houden of als beleg te gebruiken waarbij je de boord naar binnen plooit. Als je de boord zichtbaar wil houden, check dan eerst de ruglengte in de tabel met afgewerkte afmetingen om na te gaan of je de bloes eventueel wat wil inkorten.

Leg de overslag van de voorpanden op elkaar: de averechtse kant van het rechter voorpand ligt op de goede kant van het linker voorpand, tot aan het merkpunt op het linker voorpand. Rechts en links bekeken zoals wanneer je de bloes zou dragen. Stik de taille vast op 1 cm parallel met de rand.

Leg de tailleband van het voorpand op deze van het rugpand, goede kanten op elkaar en stik beide korte zijden dicht. Strijk de naad open.

Plooi de tailleband dubbel in de lengte, averechtse kanten van de stof op elkaar en strijk plat. Vouw de tailleband terug open en strijk één van de lange zijden iets meer dan een centimeter naar de averechtse kant van de stof.

Speld de niet- omgestreken rand van de tailleband aan de bloes, goede kanten van de stof op elkaar, en stik vast. Strijk de naadwaarden in de richting van de tailleband.

Plooi de tailleband op zijn plaats en speld vast aan de binnenkant van de bloes. De omgestreken centimeter zit binnenin de tailleband. Stik vast door in de aanzetnaad van de tailleband en bloes te stikken. Werk langs de goede kant van de bloes.

Gebruik je de boord als beleg, plooi deze dan naar de binnenkant van de bloes en stik of naai vast in de zijnaad.

Afwerking met het wikkellint (versie 2):

Kort de bloes in door ca. 2 cm van de taille te knippen.

Stik aan elke korte zijde van de tailleband rugpand een wikkellint, goede en verstevigde kanten van de stof op elkaar. Strijk de naden open.

Vouw het lint dubbel in de lengte, averechtse kanten op elkaar, en strijk plat. Vouw het lint terug open en speld het aan de taille van de bloes, goede kanten van de stof op elkaar. Zorg dat de merkpunten en zijnaden overeenkomen. Het merkpunt op het wikkellint duidt aan tot waar de voorpanden van de bloes komen. De merkpunten komen overeen met de ingekorte versie. Stik vast aan voor- en rugpand. Strijk de naadwaarden in de richting van het lint.

Speld de wikkellinten met de goede kanten op elkaar. Stik de korte zijde en de lange zijde tot aan het merkpunt vast. Knip de hoekjes aan de uiteinden bij en keer de linten naar de goede kant. Strijk netjes plat.

Strijk iets meer dan 1 cm van de tailleband, die nu nog open is, naar de averechtse kant.

Plooi de tailleband op zijn plaats en speld vast aan de binnenkant van de bloes. De omgestreken centimeter zit binnenin de tailleband. Stik vast door in de aanzetnaad van de tailleband en bloes te stikken. Werk langs de goede kant van de bloes.

De rechte mouw:

Overlock de zijnaden van de mouwen en speld ze met de goede kanten op elkaar. Stik en strijk open.

Strijk de zoom van de mouw 1 cm naar de averechtse kant en vervolgens nog eens 2 cm. Stik vast net naast de rand.

Speld de mouw aan de armsgatopening met de goede kanten van de stof op elkaar. Zorg dat de merkpunten overeenkomen. Het enkele merkpunt duidt de voorkant aan, het merkpunt halverwege de mouw de schoudernaad. Rijg eventueel de mouw vast om valse plooitjes te vermijden. Stik vast. Werk de randen samen af met een overlock of zigzagsteek. Strijk de naadwaarden in de richting van de mouw.

De aangesneden mouw en de fronsmouw:

Strijk 1 cm van het armsgat naar de averechtse kant van de stof. Strijk vervolgens nogmaals 1 cm om en stik vast net naast de rand.

De fronsmouw:

Strijk beide lange zijden 1 cm naar de averechtse kant en stik vast net naast de geplooide rand.

Knip de overtollige naadwaarde weg over de volledige lengte.

Strijk de lange zijde nogmaals om naar de averechtse kant, net naast je vorige stiksel, maar stik nog niet vast. Plooi terug open.

Plooi 2 cm van de korte zijden naar de goede kant. Plooi nu 1 cm hiervan terug zodat je drie lagen op elkaar hebt, in een soort S-vorm. De. lange zijde moet open geplooid blijven.

Stik de omgeplooide naadwaarde van de korte zijde vast in de voorgestreken plooi van de lange zijde.

Draai naar de goede kant van de stof. Alle naadwaarden van lange en korte zijden plooien naar binnen.

Stik de korte zijde vast over de volledige lengte, net naast de rand.

Stik nu ook de lange zijde volledig vast, net naast de rand. Begin waar het stiksel van de korte zijde eindigt. Als je aan de rand zou beginnen, gaat je machine je stof ‘opeten’.

Frons één van de twee lange zijden van de fronsmouw. Stik met de grootste steek van je naaimachine op 1,5 cm van de rand zonder te hechten. Geef een tweede stiksel op 1 cm.

Frons de mouw tot ze een 50-tal centimeter breed is en speld ze op de bloes. Begin aan het merkpunt op het voorpand, naast het armsgat, averechtse kant van de mouw op de goede kant van de bloes. Maak een hoek aan het armsgat zodat je parallel aan het armsgat verder kan spelden. Speld de fronsmouw vast net boven het stiksel van het arsmgat. Het merkpunt dat het midden van de mouw aanduidt, leg je gelijk met de schoudernaad.

Speld nu verder op het rugpand tot aan het einde van het armsgat, maak opnieuw een hoek en speld verder tot het merkpunt op het rugpand. Verdeel je frons netjes over de volledige lengte. Rijg de mouw vast zodat ze mooi op haar plaats blijft tijdens het stikken. Stik de mouw vast op de bloes op ongeveer 1 cm van de rand. Verwijder nadien de fronsdraden.

Strijk je nieuwe bloes netjes op!

Klaar! 

We wensen je ontzettend veel plezier met je nieuwe bloes! Toon je creatie op Facebook en Instagram met de hashtag #atelierjupeTrixie of deel ze in onze Facebook-groep ‘Atelier Jupe - Create & Share’.

Heb je de smaak te pakken? Neem een kijkje op www.atelierjupe.com om onze andere patronen en onze stoffencollectie te ontdekken.


Ouder bericht