Tutorial Emma bloes

Fijn dat je aan de slag gaat met ons patroon Emma!

Hopelijk beleef je veel plezier aan het maken en dragen van deze romantische bloes met plooitjes en licht gefronst voorpand.Emmaheeft een fijn kraagje met ruffle en lange, wijde mouwen met een brede manchet

Duid met een knipje de middenvoor aan bovenaan bij het voorpand, onderaan en bovenaan bij het bovenstuk en de kraagvoet, en onderaan bij het kraagje. Duid eveneens met een knipje de middenrug aan, bovenaan bij het rugpand.

Vorm en stik de plooien in het bovenstuk van het voorpand. Begin met de bovenste plooi en werk zo naar onderen toe. In totaal zitten er 7 plooien in het bovenstuk, deze zijn met een lijn op het patroondeel aangeduid. Markeer elke plooi met rijgdraadjes.

Plooi de stof dubbel op de bovenste lijn, averechtse kanten op elkaar, en strijk mooi plat.

Stik vervolgens de plooi vast op 1 centimeter van de rand. Strijk de plooi naar beneden toe.

Om de volgende plooien te maken, kan je je baseren op je rijgdraadjes, maar je kan ook altijd de volgende plooi afmeten van degene die je net vormde. Herhaal dit proces tot alle plooien gevormd zijn.

Overlock de schoudernaden van het bovenstuk voorpand en de zijnaden van het voorpand.

Frons de bovenkant van het voorpand tussen de merkpunten. Stik met de grootste steek van je naaimachine op 1 cm van de rand zonder te hechten. Geef een tweede stiksel op 0,5 cm.

Stik het voorpand aan het bovenstuk. Zorg ervoor dat de onderste plooi van het bovenstuk er niet tussen komt te zitten. Speld de bovenkant van het voorpand aan de onderkant van het bovenstuk, goede kanten op elkaar. Stik vast over de hele lengte en haal de fronsdraden eruit. Overlock deze naden samen. Strijk de naden in de richting van het bovenstuk.

Overlock de zijnaden en schoudernaden van het rugpand. Overlock eveneens de zijkanten en de onderkant van het belegje.

Strijk 7 mm van de zijkanten van het belegdeeltje naar de averechtse kant. Stik vast. Strijk vervolgens de onderkant van het belegdeeltje 1 à 1,5 cm naar de averechtse kant en stik vast.

Leg het belegdeeltje op het rugpand met de goede kanten op elkaar. De knipjes bovenaan en de merktekens komen overeen. Speld vast.

Duid met een krijtje of rijgdraadje een lijn aan vanaf het knipje tot aan het merkteken. Begin te stikken vanaf de halsuitsnijding, op enkele millimeters naast het lijntje, en stik tot net voorbij en net onder het merkteken.

Draai je werkstuk onder je machine zonder je naald eruit te halen, en stik verder langs de andere kant van het lijntje tot aan de halsuitsnijding.

Knip de rugsplit in tot net tegen je stiksel.

Draai het rugpand en het rugbelegje naar de goede kant en strijk mooi plat. Tip: je kan best op de kant van het belegje strijken. Zorg ervoor dat je de punt van de rugsplit mooi plat strijkt.

Speld de schoudernaden en zijnaden met de goede kanten van de stof op elkaar en stik vast. Strijk open.

Plooi het kraagje dubbel in de lengte met de averechtse kanten op elkaar en stik de korte zijden vast. Knip de hoekjes bij.

Plooi het kraagje naar de goede kant, nog steeds in de lengte, en strijk plat. Frons de onderkant van het kraagje op dezelfde manier zoals eerder aangegeven.

Strijk 1 cm van de onderste naadwaarde van één van de kraagvoeten om naar de averechtse kant. Leg de kraagvoeten met de goede kanten op elkaar en stik de korte zijden dicht, tot op 1 centimeter van de onderkant. Stik de omgestreken rand niet mee. Doe dit aan beide uiteinden. Wil je met een knoopje en koordje werken als sluiting? Speld dan nu het koordje tussen beide kraagvoeten aan de rechter zijde.

Schuif vervolgens het kraagje tussen de kraagvoeten zodat de gefronste onderkant gelijk ligt met de bovenkant van de kraagvoet. Zorg ervoor dat het gefronste kraagje even lang is als de kraagvoet. Stik nu de bovenkant toe op 1 cm naadwaarde van de rand.

Knip de hoekjes bij en verwijder de fronsdraden. Plooi naar de goede kant en strijk voorzichtig plat, zonder de frons van het kraagje teveel plat te strijken. Let hierbij op dat je de al omgestreken naadwaarde van de binnenkraag behoudt. Knip de naadwaarde van het kraagje bij, zodat de kraagvoet minder dik wordt.

Speld de kraag met de niet-omgestreken naadwaarde aan de halslijn van het corsage, goede kanten van de stof op elkaar. Leg de merkpunten mooi op elkaar. Stik de volledige kraag vast. Strijk de naadwaarde in de richting van de kraag.

Het is niet makkelijk om een plat kraagje op vorm te stikken in een soepele stof. Om ervoor te zorgen dat je kraagje overal dezelfde breedte heeft, kan je met een krijtje of rijgdraadje evenwijdig op 1,5 cm van de bovenkant je stiklijn op voorhand al aanduiden. Je naadwaarde van 1 cm zal misschien minder precies zijn, maar dit zal minder opvallen dan een ongelijk kraagje.

Draai de kraag naar boven en speld de omgestreken naadwaarde aan de binnenkant van de halslijn. Alle naadwaarden verdwijnen in de kraag, net zoals de hoekjes van de naadwaarde aan de middenrug (je kan ze een beetje bijknippen). Stik de kraag vast door in de aanzetnaad van de kraag en het corsage te stikken. Hiervoor moet de goede kant van de blouse naar boven liggen. Je kan ook net boven de aanzetnaad stikken, dat is iets eenvoudiger. Strijk mooi op.

Overlock de zijnaden van de mouwen en speld ze met de goede kanten op elkaar. Stik de zijnaden en strijk ze open. Frons de zoom van de mouwen op dezelfde manier als hierboven aangegeven.

Stik de korte zijden van de polsboord, goede kanten op elkaar en strijk de naad open. Vouw de polsboord dubbel in de breedte met de averechtse kanten op elkaar en strijk plat.

Schuif de polsboord even over je hand om te controleren dat hij niet te groot of te klein is. Pas aan indien nodig.

Schuif nu de polsboord over de mouw, goede kanten van de stof op elkaar, en zorg ervoor dat de merkpunten van de voor- en achterkant overeenkomen (zoals ze aangeduid staan op het patroondeel). Stik de polsboord vast aan de mouw. Verwijder de fronsdraden. Overlock alle naden samen.

Speld de mouw aan de armsgatopening met de goede kanten van de stof op elkaar. Zorg dat de merkpunten overeenkomen. Het enkele merkpunt duidt de voorkant aan, het dubbele de achterkant. Verdeel de stof aan het bovenste gedeelte van de mouw mooi gelijkmatig tussen de merkpunten. Rijg de mouw vast om valse plooitjes te vermijden. Stik vast. Werk de randen samen af met een overlock of zigzagsteek.

Strijk de zoom van de blouse 1,5 cm naar de averechtse kant. Strijk vervolgens nog een keer 1,5 cm om. Stik vast net naast de rand.

Naai het haakje of het knoopje vast aan het kraagje.

We wensen je ontzettend veel plezier met je nieuwe bloes!

x


Ouder bericht Nieuwer bericht